Ezechiel 20:3

SVMensenkind, spreek tot de oudsten van Israel, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Komt gij, om Mij te vragen? [Zo waarachtig als] Ik leef, zo Ik van u gevraagd worde, spreekt de Heere HEERE.
WLCבֶּן־אָדָ֗ם דַּבֵּ֞ר אֶת־זִקְנֵ֤י יִשְׂרָאֵל֙ וְאָמַרְתָּ֣ אֲלֵהֶ֔ם כֹּ֤ה אָמַר֙ אֲדֹנָ֣י יְהוִ֔ה הֲלִדְרֹ֥שׁ אֹתִ֖י אַתֶּ֣ם בָּאִ֑ים חַי־אָ֙נִי֙ אִם־אִדָּרֵ֣שׁ לָכֶ֔ם נְאֻ֖ם אֲדֹנָ֥י יְהוִֽה׃
Trans.ben-’āḏām dabēr ’eṯ-ziqənê yiśərā’ēl wə’āmarətā ’ălēhem kōh ’āmar ’ăḏōnāy JHWH hăliḏərōš ’ōṯî ’atem bā’îm ḥay-’ānî ’im-’idārēš lāḵem nə’um ’ăḏōnāy JHWH:

Algemeen

Zie ook: Eed, Gelofte (afleggen), Zweren (iets), Woord van God

Aantekeningen

Mensenkind, spreek tot de oudsten van Israël, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Komt gij, om Mij te vragen? [Zo waarachtig als] Ik leef, zo Ik van u gevraagd worde, spreekt de Heere HEERE.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

בֶּן־

Mensenkind

אָדָ֗ם

-

דַּבֵּ֞ר

spreek

אֶת־

-

זִקְנֵ֤י

tot de oudsten

יִשְׂרָאֵל֙

van Israël

וְ

-

אָמַרְתָּ֣

en zeg

אֲלֵ

-

הֶ֔ם

-

כֹּ֤ה

-

אָמַר֙

tot hen: Alzo zegt

אֲדֹנָ֣י

de Heere

יְהוִ֔ה

HEERE

הֲ

-

לִ

-

דְרֹ֥שׁ

om Mij te vragen

אֹתִ֖י

-

אַתֶּ֣ם

-

בָּאִ֑ים

Komt gij

חַי־

Ik leef

אָ֙נִי֙

-

אִם־

-

אִדָּרֵ֣שׁ

zo Ik van gevraagd worde

לָ

-

כֶ֔ם

-

נְאֻ֖ם

spreekt

אֲדֹנָ֥י

de Heere

יְהוִֽה

HEERE


Mensenkind, spreek tot de oudsten van Israël, en zeg tot hen: Alzo zegt de Heere HEERE: Komt gij, om Mij te vragen? [Zo waarachtig als] Ik leef, zo Ik van u gevraagd worde, spreekt de Heere HEERE.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!